vriend
je hebt iemand nodig
stil en oprecht
die als het erop aan komt
voor je bidt of voor je vecht
pas als je iemand hebt
die met je lacht en met je grient
dan pas kun je zeggen:
'k heb een vriend

als je iemand hebt
die alles met je deelt
de tafel en het bed
één die nooit verveelt
als je iemand hebt
die al je zorgen heelt
weet je wat dat zeggen wil
weet je wat dat scheelt?

je hebt iemand nodig
stil en oprecht
die als het erop aan komt
voor je bidt of voor je vecht
pas als je iemand hebt
die met je lacht en met je grient
dan pas kun je zeggen:
'k heb een vriend

pas als je iemand hebt
die met je lacht en met je grient
dan pas mag je zeggen:
ik heb 'n vriend

 

 

 

 

 

 

 

 

Heeft het gedicht een naam? Ja, “Vriend”

 

- Wie is de dichter? “toon hermans”

 

- Waar heb je het gedicht gevonden? Users.telenet.be/deversmaldevraag/vriendschap_toon.htm

 

• Waarom heb je dit gedicht gekozen? Omdat het bij m’n boek “Bad Boys For life” past

• Waarom past het goed bij jouw thema? Omdat de hoofdpersonen maatjes van elkaar waren.

• Hoe is het gedicht opgebouwd (hoeveel regels, strofen, opmaak) 4 strofes en 28 regels

• - Wat vind je mooi/minder mooi aan dit gedicht? Ik vindt het een mooi gedicht omdat, het over vriendschap gaat en dat speelt een belangerijke rol in je leven.

• - Kies een regel uit het gedicht die indruk op je maakt. “je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het erop aankomt voor je vecht”

• - Welke woorden of regels begrijp je niet goed? “Grient”

• - Zoek gebruikte stijlfiguren in je gedicht metafoor, overdrijving (hyperbool), understatement, eufemisme, tegenstelling (antithese), herhaling, tautologie (twee keerhetzelfde, maar met andere woorden

vast en zeker), pleonasme (groene gras, witte sneeuw, bejaarde oudjes). Je ziet een antithese voorbeeld daarvan is :”die met je lacht en met je grient” grienen betekent huilen, dus een tegenstelling. Je ziet ook een herhaling de 3e strofe is een herhaling van de 1e, ook is de zin uit de 4de strofen “ik heb een vriend” een herhaling uit de zin uit de 1e en de 3e strofe “ik heb een vriend”

• Benoem de gekozen vorm van het gedicht (rondeel, sonnet, wel of niet rijmend, etc.) en bekijk het rijmschema: het is een rijmend gedicht wat dat zie je ook aan de rijm schema. Het is geen sonnet want het heft meer dan 14 regels

• Vallen jou meer dingen op? niet echt

 

• Welk beeld past er bij? Een goeie vriend van me

• Hoe ga je het voordragen? Met mijnn hard en ziel zo inspirerend mogelijk